Ludvig Irgens-Jensen
Noors componist (1894-1969) / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Paul Ludvig Irgens-Jensen (Oslo, 13 april 1894 – Sicilië, 11 april 1969) was een Noors componist.
Irgens-Jensen studeerde filologie aan de Universiteit van Oslo en kreeg pianolessen van Nils Larsen, de toenmalig belangrijkste Noorse pianist. Opmerkelijk is dat Irgens-Jensen nooit lessen in compositie kreeg; hij leerde van het bestuderen van partituren en artikelen over muziek in allerlei periodieken en tijdschriften. In 1920 debuteerde hij als componist met enkele liederen met pianobegeleiding. Hij reisde veel en leerde meerdere talen en kan gezien worden als een van de personen die modernere muziek in Noorwegen introduceerde. In de jaren 1930 bereikte Irgens-Jensen het toppunt van zijn roem met de compositie en uitvoering van zijn muziekdrama Heimferd. Na de première moest het werk wegens enorme belangstelling meerdere keren worden herhaald en begon daarna een triomftocht door Noorwegen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog ondervond hij repressie: zijn muziek werd door de nazi’s te modern en Noors-nationalistisch geacht en Irgens-Jensen moest de distributie van zijn werken anoniem en illegaal regelen. Werken werden naar Zweden gesmokkeld en daarna door naar Engeland waar zij onder allerlei pseudoniemen werden uitgebracht en voor de radio werden uitgevoerd. Zijn muziek wordt als Neo-klassiek geoormerkt maar heeft ook romantische tendensen. Ze is echter altijd tonaal en zeer georganiseerd en wordt vaak verfijnd genoemd. In de jaren 1960 en 1970 verflauwde de belangstelling voor de muziek van Irgens-Jensen door het toen geldende dogma dat alles atonaal en avant-gardistisch moest zijn. De waardering voor zijn (weinige) composities wordt echter – doordat naast moderne muziek, romantische muziek ook weer ‘mag’ – meer en meer op waarde geschat en is ook op CD goed gedocumenteerd. In Noorwegen is hij als componist nooit uit beeld geweest.