Mozaïekcyclusconcept
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Het mozaïekcyclusconcept is een concept uit de ecologie en de natuurbescherming om de levensloop van bossen te beschrijven. Het dient naast de vaktheoretische discussie ook voor de ontwikkeling en omzetting van natuurbeschermings- en utilisatiestrategieën (in het bijzonder boswetenschap). Het concept wordt onder anderen aan de hand van onderzoekingen van bosecosystemen (oerwoudrelicten) ontwikkeld.
Het mozaïekcyclusconcept, ook wel 'mozaïekcyclustheorie' genoemd gaat van een wederkerende opeenvolging (cycli) van verscheidene rijpingsstadia (successiestadia) van ecosystemen uit. Binnen een ecosysteem kan men verscheidene successiestadia op deelvlakken (vegetatiemozaïek) gelijktijdig aantreffen. De Engelse ecoloog A.S. Watt beschreef dit in 1947 als 'cyclische successie'.
De auteurs Remmert en Scherzinger beschreven begin jaren 1990 dat (bos)ecosystemen zich 'cyclisch verjongen' en de successie binnen een ecosysteem asynchroon en met faseverschuivingen verlopen kan. De oorzaken hiervoor zijn zowel endogene (binnen het systeem) alsook exogene oorzaken (van buiten het ecosysteem). Het climaxstadium (zie successie) is naar dit concept, in contrast met oudere opvattingen, geen rigide bouwwerk. Het concept zegt ook dat het climaxstadium een mozaïek uit verscheidene plantengemeenschappen en levensstadia is.