Nazoreeërs
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De Nazoreeërs (ook wel Nazareners) worden in de geschriften van enkele kerkvaders beschreven als een georganiseerde joods-christelijke groepering met eigen specifieke opvattingen. Epiphanius (ca. 310/315 - 403) en Hiëronymus (ca. 347-420) beschreven hen als een sekte die vasthield aan een joodse leefwijze en de Mozaïsche wet handhaafde. De Nazoreeërs verschijnen in tegenstelling tot andere joods-christelijke groepen binnen het vroegchristelijk jodendom pas laat in de geschriften van de kerkvaders. Dat is aan het eind van de vierde eeuw en tweehonderd jaar later dan bijvoorbeeld de eerste beschrijving van de Ebionieten.
Het is onder meer die vaststelling die op het vakgebied tot verschillende opvattingen over de Nazoreeërs heeft geleid. Een daarvan is de hypothese dat de Nazoreeërs als georganiseerde ketterse groepering niet bestaan hebben maar slechts de benaming was voor Aramees/Syrisch sprekende christenen met een joodse achtergrond en opvattingen die niet wezenlijk verschillen van andere Aramees/Syrisch sprekende christenen.
Hiëronymus schrijft meerdere malen dat hij van de Nazoreeërs een evangelie dat zij gebruikten heeft mogen inzien of ontvangen. Hij benoemt dat als een evangelie van de Hebreeën dat door de Nazoreeërs wordt gebruikt. Meer in het algemeen waren de kerkvaders van mening dat het evangelie van de Hebreeën, zij het in verschillende versies, het enige joods-christelijke evangelie zou zijn. Op het vakgebied zijn er meerdere opvattingen of het evangelie van de Nazoreeërs als een onafhankelijk evangelie kan worden beschouwd.