Nieuwe christen
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Een nieuwe christen (Spaans: cristiano nuevo, Portugees: cristão-novo) was vanaf de 15e eeuw een jood of moslim in Spanje en Portugal die zich tot het katholicisme bekeerde. Dit in tegenstelling tot oude christenen, van wie de ascendant niet de joodse of moslimreligie zou hebben omarmd.
Juridisch werden strikte christenen niet alleen beschouwd als converso's, met andere woorden recent gedoopte joden en moslims, maar ook iedereen met minstens één converso onder hun voorouders, teruggaand tot de vierde generatie. Met Filips II van Spanje werd de definitie verruimd tot iedereen met een joodse of moslimvoorouder, op elk moment. In Portugal besloot Sebastião José de Carvalho e Melo, de eerste markies van Pombal, pas in 1772 het onderscheid tussen oude christenen en nieuwe christenen te beëindigen.
De term werd ook gebruikt in Frankrijk, waar joden uit Spanje hun toevlucht zochten in de 16e eeuw en om te spreken van de joden uit de Provence die zich tot het christendom bekeerden om hun uitwijzing in 1501 te voorkomen.