Noord-Duitse koraalfantasie
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De Noord-Duitse koraalfantasie is een van de voortbrengselen van de Noord-Duitse Orgelschool en kenmerkt zich door een uitvoerige behandeling van koraalmelodieën in een rijk scala van klankkleuren, muzikale figuren en vormen. Naast de zogenaamde vrije orgelwerken - met name het drie- of vijfdelige 'Praeludium-pedaliter' - was de Noord-Duitse koraalfantasie een van de meest gebezigde vormen van monumentaal orgelspel in de 17e eeuw. Een variant hiervan is de zogeheten partita, de genreaanduiding voor een reeks van afzonderlijke variaties (omspelingen) van een melodie.
Belangrijke componisten in dit genre waren organisten die werkzaam waren in grote Noord-Duitse stadskerken. De beroemdste zijn: Dietrich Buxtehude, zijn leerling Nicolaus Bruhns, Johann Adam Reincken en Vincent Lübeck Senior.
Johann Sebastian Bach beheerste weliswaar de techniek van het improviserend spelen in Noord-Duitse koraalfantasievorm (zie bij Johann Adam Reincken), als componist daarentegen heeft hij zich er nooit op toegelegd. Wel zijn van hem twee relatief kleine bewerkingen van lutherse kerkliederen overgeleverd die, gelet op de grote variëteit van muzikale figuren, als Noord-Duitse koraalfantasie-in-beknopte-vorm zijn aan te merken (Zie BWV 718 'Christ lag in Todesbanden' en BWV 1128 'Wo Gott der Herr nicht bei uns hält').