Oogst
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De oogst is het binnenhalen van landbouwproducten. Ook het binnengehaalde product zelf wordt oogst genoemd. Het woord wordt ook overdrachtelijk gebruikt: 'De oogst van de nieuwe romans van dit najaar'.
Het woord is een verbastering van het woord augustus, omdat dit de maand is waarin het graan wordt geoogst. De maand augustus wordt ook weleens 'oogst' genoemd, of oogstmaand.
Juli was vroeger de hooimaand, omdat toen het grasland werd gehooid.
Wereldwijd zijn of waren er oogstfeesten bij (afronding van) de oogst. In Nederland is er in de boerendorpen vrijwel niets meer over van oogstfeesten. In België is het oogstfeest De Pikkeling immaterieel erfgoed. Bij de oogstfeesten werden liedjes ten gehore gebracht, de zgn. oogstliederen.[1]
Misoogst
Zegt men dat de oogst mislukt is (een misoogst), dan bedoelt men dat de opbrengsten (ver) beneden de verwachtingen liggen. Dat kan het gevolg zijn van de beschadiging of vernietiging van de gewassen of bomen, of het zodanig aantasten van de eetbare plantendelen waaronder vruchten, zaden of bladeren dat die niet meer voor verbruik in aanmerking komen.
Misoogsten kunnen veroorzaakt worden door overvloedige regen, overstroming, droogte, nachtvorst, lage of hoge temperaturen, plantenziekten, gebruik van monocultuur van voor plantenziekte vatbare rassen. Voorbeelden van dit laatste zijn de Panamaziekte bij banaan en de bij maïs de Southern corn leaf blight veroorzaakt door de schimmel Cochliobolus heterostrophus.
Catastrofale misoogsten komen soms voor, zoals de Ierse hongersnood in de 19e eeuw door de aantasting van de aardappelziekte, uitbarsting van de Tambora (1815) met als gevolg het jaar zonder zomer in 1816, sprinkhaanplagen zoals op Oost-Sumba (regentschap) en de achtste plaag van de Plagen van Egypte. In de geschiedenis hebben catastrofale misoogsten en de daaropvolgende hongersnoden meermaals geleid tot massamigratie.
Sedert de 20e eeuw domineert in de landbouw een monocultuur van industriële gewassen, met geringe gewasdiversiteit en een sterke afhankelijkheid van kunstmest en pesticiden. Door een juiste vruchtwisseling behoeft een monocultuur geen problemen te geven. Voor het voeden van de gestaag groeiende wereldbevolking en regionale overbevolking zijn de inzet van kunstmest en gewasbeschermingsmiddellen noodzakelijk.
De uitvinding van het Haber-Boschproces voor de industriële productie van ammoniak voor kunstmest uit de elementaire gassen stikstof en waterstof werd in 1910 gepatenteerd, de vooruitgang in de bodemkunde en de mechanisatie van het ploegen (tractoren uit de jaren 1920/30) droegen in belangrijke mate bij tot het voorkomen van misoogsten als gevolg van uitgeputte of overbelaste bodems.
Text is available under the CC BY-SA 4.0 license; additional terms may apply.
Images, videos and audio are available under their respective licenses.