Oostkolonisatie
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Oostkolonisatie (Duits, Ostsiedlung) was de vestiging van kolonisten uit het Heilige Roomse Rijk in Slavische en Baltische gebieden in Centraal- en Oost-Europa tijdens de middeleeuwen.
Het woord is rechtstreeks uit het Duits vertaald (men spreekt hier ook wel van Ostkolonisation). Het wordt door de meeste moderne historici afgewezen, omdat het een bezetting en exploitatie door een buitenlandse macht van in ontwikkeling lager staande landen en volken suggereert. In een aantal gevallen was daarvan wel sprake, zoals bij de verovering van de gebieden tussen Elbe en Oder door met name Saksische hertogen en de bezitneming door de Duitse Orde van het land van de Baltische Pruisen, maar in de meeste andere gebieden initieerden en stimuleerden inheemse Slavische vorsten, lagere adel en ook kloosters de kolonisatie die daar beter immigratie genoemd zou kunnen worden. Uit de Duitse landen afkomstige kolonisten en Slavische autochtonen leefden daar lang naast elkaar maar smolten ten slotte tot één bevolking samen die Duitse en Nedersaksische dialecten bezigde en uiteindelijk het Hoogduits als standaardtaal ging gebruiken. Het thema van de Oostkolonisatie wordt in de moderne geschiedenisopvatting niet meer correct bevonden, omdat het door het Duitse nationalisten in het verleden werd misbruikt. Dat zegt uiteraard niets over het historisch belang.