Orchestervariationen über ein Thema von N. Paganini
compositie / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Orchestervariationen über ein Thema von N. Paganini (vert. Variaties voor Orkest op een thema van Paganini), opus 26, van de Duitse componist Boris Blacher is een compositie voor symfonieorkest geschreven in 1947. Het werk – een thema met zestien variaties - wordt gezien als het meest succesvolle orkestwerk van Blacher.[1] Het is het eerste grote belangrijke werk van Blacher voor orkest na zijn succesvolle Concertante Musik für Orchester, Op.10 uit 1937.[2]
Orchestervariationen über ein Thema von N. Paganini | ||||
---|---|---|---|---|
Componist | Boris Blacher | |||
Soort compositie | Thema met variaties | |||
Gecomponeerd voor | symfonieorkest | |||
Toonsoort | a-mineur | |||
Opusnummer | 26 | |||
Compositiedatum | 1947 | |||
Première | 27 november 1947 | |||
Duur | 16 minuten | |||
Vorige werk | Chiarina (ballet in een akte) | |||
Volgende werk | Vier Lieder nach Texten von Friedrich Wolf | |||
Oeuvre | Boris Blacher | |||
|
Musicoloog Michael Struck-Schloen schrijft over de Paganini-variaties: “ In de Paganini-variaties waaiert Blacher op briljante wijze zestien variaties de concertzaal in, laat de strijkers excelleren (variaties 3 en 14), roept soms sfeervolle droombeelden op met een morbide oriëntaalse inslag (variatie 4 en de klarinet-tango in variatie 15), maar meestal met ritmisch energieke experimenten, die het thema opsplitsen en de diverse onderdelen van dat thema virtuoos naar de briljante krachtexplosie in de Prestissimo-finale jagen”.[3]
Alhoewel het werk nog niet volgens Blachers principe van variable metren geconstrueerd is (dat past hij voor het eerst toe in zijn Tweede Pianoconcert van 1952),[4][5] is het werk vooral ritmisch en metrisch gezien zeer interessant omdat Blacher op alle mogelijke manieren met ritme, ritmische en metrische figuren en grotere structuren experimenteert.[4] Met name variatie 8, die uit een afwisseling van de maatsoorten 5/8 en 7/8 bestaat en waarin twee keer een hemiool voorkomt die het effect heeft van een 3/4 maatsoort,[6] is te beschouwen als een voorbode van zijn latere werken waarin de variabele metriek een belangrijke rol gaat spelen.[4]