Overval op het huis van bewaring te Arnhem (11 juni 1944)
11 juni 1944 / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De Overval op het huis van bewaring aan het Walburgplein in Arnhem door een LKP-knokploeg, waarbij 54 politieke gevangenen (overwegend verzetsmensen) op klaarlichte dag werden bevrijd, vond plaats op de ochtend van zondag 11 juni 1944.
Overval op het huis van bewaring te Arnhem | ||
---|---|---|
Het voormalige Huis van Bewaring (luchtfoto uit 1925) | ||
Plaats | Arnhem | |
Coördinaten | 51° 59′ NB, 5° 55′ OL | |
Datum | 11 juni 1944 |
Het verzet maakte dankbaar gebruik van de informatie van bibliothecaris Joop van Veldhoven. Hij had toegang tot alle cellen en gevangenen in zowel de Koepel als het Huis van Bewaring te Arnhem. Hij zorgde voor plattegronden, plaats van de sleutels, lijsten van aflossing van de wacht, aantallen bewakers enz. Aan deze succesvolle actie, waren een drietal mislukte pogingen voorafgegaan. Deze vierde succesvolle operatie stond (net als de voorafgaande pogingen) onder leiding van landelijk KP-leider Liepke Scheepstra (schuilnaam Bob) en werd uitgevoerd door onder anderen verzetsman Johannes ter Horst die zich voordeed als dominee en verzetsvrouw Petertje van den Hengel als vrouw van de dominee.
De overval is nog altijd de grootste geslaagde bevrijdingsactie van gevangenen uit een gevangenis in de Nederlandse geschiedenis.