Ozymandias
sonnet van Percy Bysshe Shelley / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Ozymandias is de titel van twee beroemd geworden gedichten in de Engelse taal. De naam is een Griekse versie van "User-maat-re Setep-en-re", wat een deel is van de titel van Ramses II de Grote, farao van de 19e dynastie die over het oude Egypte regeerde.
De Oudgriekse transliteratie is bekend door een tekst van Diodorus Siculus in diens onvolledig bewaarde Bibliotheca historica waarin de inscriptie op een standbeeld gegeven wordt als "Koning der Koningen ben ik, Osymandias. Wanneer iemand zou weten hoe machtig ik ben en waar ik ben, laat hem dan een van mijn werken overtreffen.".[1]
Ozymandias is vooral bekend als de titel van een gedicht van de Britse dichter Percy Bysshe Shelley. Het sonnet werd in 1818 gepubliceerd en wordt als een meesterwerk beschouwd vanwege de uitzonderlijke kwaliteit en de virtuoze dictie. Het gedicht, geïnspireerd door de vergankelijkheid van alle menselijke streven en de grote ruïnes van Egypte die in de vroege 19e eeuw voor het eerst sterk de aandacht trokken, handelt over een verdwenen stad in de woestijn en het -zelfbedachte, en niet historische- opschrift van een achtergebleven beeld.
Shelley had een weddenschap afgesloten met de dichter Horace Smith. Dat resulteerde in twee gedichten, beide "Ozymandias" geheten. De twee gedichten verschenen een maand na elkaar in 1818.
Ozymandias heeft sindsdien een rol gespeeld in de populaire Europese en Angelsaksische cultuur. Ozymandias duikt op in films en romans en het gedicht is een populaire illustratie van hoogmoed en van het vergeefse van het menselijk streven naar eeuwige roem.
Dat de Kolossen van Memnon, enig overgebleven detail van een reusachtige maar spoorloos verdwenen graftempel op de westelijke oever tegenover Luxor, als inspiratiebron zouden hebben gediend is onzeker. Deze beelden zijn min of meer intact gebleven en zijn niet tot twee voeten en een fragment van een gezicht gereduceerd. In bredere zin moet het werk van Jean-François Champollion na de Egyptische expeditie van Napoleon de dichters hebben aangesproken. Europa raakte bekend met afbeeldingen van reusachtige ruïnes uit de Egyptische oudheid. Het British Museum kreeg kort na het verschijnen van beide gedichten een groot fragment van een beeld van Ramses de Grote. Van dit beeld is het gezicht vrij goed bewaard gebleven en de uitdrukking van de mond van Ramses zou tot de beide gedichten hebben kunnen inspireren. De beide dichters zouden dit beeld van contemporaine afbeeldingen hebben kunnen kennen. Ze hebben het voor de publicatie van hun gedichten in geen geval met eigen ogen gezien.