Paranthropus robustus
soort uit het geslacht Paranthropus / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Paranthropus robustus, door sommige onderzoekers Australopithecus robustus genoemd, is een uitgestorven mensachtige die tussen ongeveer 2,0 en 0,7 Ma geleden in het zuiden van Afrika leefde en die leek op een robuuste Australopithecus africanus.
Paranthropus robustus Status: Uitgestorven, als fossiel bekend Fossiel voorkomen: Pleistoceen | ||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Schedel SK-48 (Swartkrans, Zuid Afrika) | ||||||||||||||||
Taxonomische indeling | ||||||||||||||||
| ||||||||||||||||
Soort | ||||||||||||||||
Paranthropus robustus † Broom, 1938 | ||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | ||||||||||||||||
Paranthropus robustus op Wikispecies | ||||||||||||||||
|
De soort werd in 1938 benoemd door Robert Broom. Hetzelfde jaar was er een fossiel opgedoken dat bewees dat er in Zuid-Afrika een zwaarder gebouwde tak van mensachtigen had bestaan. Die zag hij niet als mogelijke voorouders van de mens en vandaar de geslachtsnaam Paranthropus die 'naast de mens' betekent. In een klein aantal dicht bij elkaar gelegen grotten zijn er nog meer botten van de soort gevonden, waaronder enkele tamelijk complete schedels. Die geven een goed beeld van de bouw van het hoofd maar de rest van het skelet is minder volledig bekend.
De schedel is zwaargebouwd. Bij oudere mannen loopt een beenkam over het midden van het schedeldak. De jukbeenderen zijn zeer breed. Daaraan en aan de kam waren zeer sterke kauwspieren verbonden. Die vergroten de bijtkracht van zeer brede kiezen. De valse kiezen zijn bijna even groot als de kiezen. De achterste tanden zijn bedekt door zeer dik email. De voortanden en hoektanden zijn daarentegen klein. De onderkaken zijn hoog en breed. De rest van het skelet is niet bijzonder zwaargebouwd. P. robustus werd zo niet langer dan tussen de 1,1 en 1,3 meter, waarbij de mannen mogelijk een stuk zwaarder waren dan de vrouwen. Hij liep volledig rechtop.
De grote kiezen kunnen gediend hebben om op de savanne harde grassen te eten. Een andere mogelijkheid is dat het voedsel bestond uit knollen en wortels. Er zijn echter ook aanwijzingen dat vruchten, honing en insecten werden verorberd. Het dier lijkt ook vaak bossen te hebben opgezocht en had misschien nog aanpassingen om in de bomen te klimmen, zoals lange armen. Simpele werktuigen van bot die in de grotten gevonden zijn, waren wellicht van Paranthropus robustus afkomstig maar hij deelde zijn leefgebied met de zeldzamere Homo habilis en Homo ergaster die grotere hersenen hadden. Sommige onderzoekers denken dat de soort in harems leefde bestaande uit een dominante man met meerdere vrouwen. Andere wetenschappers menen dat het waarschijnlijker is dat meer mannen en vrouwen samenleefden.
Later zijn er meer robuuste australopitheken gevonden zoals Paranthropus boisei en Paranthropus aethiopicus. De verwantschappen met deze oudere vormen en hun relatie met A. africanus zijn zeer omstreden. Het kan zijn dat ze samen een aparte tak uitmaakten. Het is ook mogelijk dat het niet directe verwante australopitheken zijn die afzonderlijk een zware schedelbouw ontwikkelden als aanpassing aan een ander dieet. Het is niet zeker wanneer P. robustus uitstierf. Wellicht gebeurde dat zo'n zevenhonderdduizend jaar geleden toen het klimaat steeds droger werd.