Pareto-efficiëntie
economisch concept van een staat waarin geen enkele herverdeling van hulpbronnen iedereen minstens even welvarend kan maken / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Pareto-efficiëntie, Pareto-optimaal, allocatieve efficiëntie of het Pareto-criterium is de allocatie van middelen op zo'n wijze dat er vanuit die situatie geen wijziging mogelijk is waarbij iemand in een groep erop vooruitgaat zonder dat een ander in die groep erop achteruitgaat. In de sterke vorm verhoogt de groep het welzijn als ten minste één individu beter af is en geen enkel individu slechter, in de zwakke vorm moet iedereen beter af zijn. Dit wordt bereikt in een perfecte markt waarin de prijs dusdanig is dat alle producten die geproduceerd worden ook geconsumeerd worden. Het Pareto-optimum ligt op de productiemogelijkhedengrens.
Pareto-efficiëntie gaat uit van de huidige situatie zonder een uitspraak te doen over de rechtvaardigheid daarvan. Doordat het criterium uitgaat van de huidige situatie wordt het wel gezien als een conservatieve rechtvaardiging van de status quo. Hiertoe werd in de jaren 1930 het compensatieprincipe toegevoegd, waarbij veranderingen als verbeteringen worden gezien zodra de opbrengsten dusdanig zijn dat diegenen die slechter af zijn, gecompenseerd kunnen worden.
Een Pareto-analyse is gebaseerd op de consumentenkeuzetheorie. Die gaat ervan uit dat individuen het eigen nut / kwaliteit van het leven maximaliseren.