Parlementaire enquête naar de Paspoortaffaire
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De paspoortaffaire was in 1988 onderwerp van een parlementaire enquête in Nederland.
In 1984 werd gewerkt aan de invoering van een nieuw fraudebestendig (Europees) paspoort. De Staat der Nederlanden sloot een contract met het bedrijf KEP, een samenwerkingsverband van Kodak, Elba (een Schiedamse drukkerij) en Philips. KEP bleek in april 1988 niet in staat zijn verplichtingen na te komen.
In de parlementaire enquête werd de gang van zaken onderzocht die tot deze mislukking had geleid. Het ging daarbij onder meer om de wijze waarop de samenwerkingsovereenkomst tussen het ministerie van Buitenlandse Zaken en KEP tot stand was gekomen en om de totstandkoming van de kostprijs van het paspoort.
De enquête werd tussen juni en augustus 1988 gehouden op basis van een motie-Alders (PvdA). Voorzitter van de enquêtecommissie was de VVD'er Loek Hermans. De commissie concludeerde dat er in het besluitvormingsproces rond het nieuwe paspoort van alles mis was gegaan. Er werd aangedrongen op een beter beheersbaar paspoortbeleid. Met name de voortgangscontrole moest worden verbeterd.
Naar aanleiding van het rapport traden minister van Defensie Wim van Eekelen en staatssecretaris van Buitenlandse Zaken René van der Linden af. Ook het lot van minister van Buitenlandse Zaken Hans van den Broek heeft aan een zijden draadje gehangen. Zelfs is er even sprake geweest van een kabinetscrisis.