Parlementaire enquête in Nederland
recht van onderzoek van het parlement om informatie te krijgen over misstanden op bestuurlijk of maatschappelijk terrein / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De parlementaire enquête is in Nederland een recht van onderzoek dat het hoogste staatsorgaan van volksvertegenwoordiging, de Tweede en Eerste Kamer der Staten-Generaal, toekomt als middel om het beleid van het politiek bestuur en het handelen van bewindslieden te kunnen controleren en sturen. Dit recht van enquête bestaat in Nederland voor de Eerste en Tweede Kamer, het parlement genoemd, maar ook voor de lagere staatsorganen van volksvertegenwoordiging: provinciale staten, waterschap en gemeenteraad, dan wordt het decentraal recht van enquête genoemd.[1] Ook in andere landen met een parlementaire democratie komt het recht voor.
Voor actuele informatie, zie: Parlementaire enquête naar de aanpak van de coronapandemie |
De parlementaire enquête is het zwaarste instrument van de volksvertegenwoordiging om informatie over een bepaald onderwerp te verkrijgen, zodra officieel door het parlement een commissie is ingesteld, hebben de commissieleden enkele bijzondere wettelijke bevoegdheden. Het recht is sinds 1848 verankerd in de Nederlandse Grondwet en in 1850 uitgewerkt in de Wet op de Parlementaire Enquête. Deze wet is in 2008 volledig herzien.