Zwarte mees
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Zwarte mees IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2016) | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Periparus ater (Linnaeus, 1758) | |||||||||||||
Verspreiding | |||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||
Zwarte mees op ![]() | |||||||||||||
|
De zwarte mees (Periparus ater; synoniem: Parus ater) is een zangvogel uit de familie van echte mezen (Paridae).
Kenmerken
Ze worden ongeveer elf centimeter groot, ongeveer even groot als de pimpelmees. De kop is relatief groot, er is geen zwarte buikstreep aanwezig zoals bij de koolmees. De zwarte mees heeft twee witte vleugelstrepen, een zwarte kruin, witte wangvlekken en een witte vlek in de nek. Mannetje en vrouwtje zijn gelijk.
Levenswijze
Het voedsel bestaat hoofdzakelijk uit spinnetjes en insecten, in de winter zaden van sparren, de mees foerageert ook wel in loofbomen. Nestelt in boomholen, rotsspleten, of nestkasten, maar ook in gaten in de grond.
Verspreiding en leefgebied
De zwarte mees komt in het overgrote deel van Europa het hele jaar voor, waaronder in Nederland en België. Zwarte mezen komen veel voor in naaldbossen en minder vaak in tuinen dan de kool- en pimpelmees.
Status in Nederland
Het aantal broedparen in de periode 2013-2015 lag tussen 16.000 en 20.000.[2]
Ondersoorten
De zwarte mees telt 24 ondersoorten:
- P. a. britannicus: Groot-Brittannië en noordoostelijk Ierland.
- P. a. hibernicus: Ierland (behalve het noordoosten).
- P. a. ater: Scandinavië en noordoostelijk Europa via Siberië tot Kamtsjatka, noordelijk Japan, Korea, noordoostelijk China en noordoostelijk Mongolië.
- P. a. abietum: continentaal westelijk, centraal en zuidoostelijk Europa en Anatolië.
- P. a. vieirae: het Iberisch Schiereiland.
- P. a. sardus: Corsica en Sardinië.
- P. a. atlas: Marokko.
- P. a. ledouci: noordelijk Algerije en noordelijk Tunesië.
- P. a. cypriotes: Cyprus.
- P. a. moltchanovi: zuidelijk Crimean Pen..
- P. a. michalowskii: Kaukasus (behalve het zuidwesten) en centraal en oostelijk Transkaukasië.
- P. a. derjugini: van noordoostelijk Turkije tot de zuidwestelijk Kaukasus.
- P. a. eckodedicatus: westelijk China.
- P. a. gaddi: zuidoostelijk Azerbeidzjan en noordelijk Iran.
- P. a. chorassanicus: zuidwestelijk Turkmenistan en noordoostelijk Iran.
- P. a. phaeonotus: zuidwestelijk Iran.
- P. a. rufipectus: van zuidoostelijk Kazachstan tot noordwestelijk China.
- P. a. martensi: Kali Gandakigebied in centraal Nepal.
- P. a. melanolophus: van oostelijk Afghanistan en noordwestelijk Pakistan tot de noordwestelijke Himalaya.
- P. a. aemodius: van de oostelijke Himalaya tot noordelijk Myanmar.
- P. a. pekinensis: het oostelijke deel van Centraal-China.
- P. a. insularis: de zuidelijke Koerilen en Japan.
- P. a. kuatunensis: zuidoostelijk China.
- P. a. ptilosus: Taiwan.
Voetnoten![]() Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Parus ater op Wikimedia Commons.
Externe links
|
Text is available under the CC BY-SA 4.0 license; additional terms may apply.
Images, videos and audio are available under their respective licenses.