Vingermos
geslacht uit de familie Physciaceae / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Vingermos (Physcia) is een geslacht van korstmossen uit de familie Physciaceae van de ascomyceten.[1] Het geslacht telt 73 soorten.[2] Vingermossen komen voor op steen, de bast van bomen en struiken en op dood hout.
Vingermos | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Physcia millegrana met apothecia | ||||||||||
Taxonomische indeling | ||||||||||
| ||||||||||
Geslacht | ||||||||||
Physcia (Schreb.) Michaux (1803) | ||||||||||
Apothecium van het korstmos geslacht Physcia. A = hymenium met asci, B = merg (mycelium), C = algenlaag. Schaal = 0,2 mm. | ||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | ||||||||||
Vingermos op Wikispecies | ||||||||||
|
Het 2–8 cm grote thallus is bladachtig, gelobd, onregelmatig gevormd, rozetvormig of uit een geheel bestaand. Soms vloeien de kolonies samen. De bovenkant is groenachtig grijs of lichtgrijs tot donkergrijs, gewoonlijk bedekt met een witte laag (pruina).
Het vruchtlichaam van de schimmel is een bruin tot zwart, hol tot vlak of iets bol apothecium. Het epihymenium, de laag boven het hymenium, is lichtbruin. Het hymenium en hypothecium zijn kleurloos. De parafysen zijn onvertakt of aan de toppen spaarzaam vertakt. De lichtbruine top van de parafyse hebben een dunne donkerbruine kap. De goed ontwikkelde medulla (merg) is wit of deels geel.
De sporenzakjes zijn cilindrisch tot knotsvormig en hebben acht ascosporen. De grijsbruine tot bruine of donkerbruine, spoelvormige, dikwandige ascosporen hebben een tussenwand.
- Dwarsdoorsnde van het apothecium van Physcia pulverulenta. (Volgens Nienburg, 1913.) t = hymenium, sp=asci, p=parafyse, e=epithecium, h=hypothecium, pt=parathecium of rand, a=algenlaag, m=medulla, r=cortex
- Bleek vingermos (Physcia dubia)
- Apothecia van groot vingermos (Physcia stellaris)