Pianosonate nr. 15 (Beethoven)
Beethoven / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Beethovens Pianosonate nr. 15 in D draagt de bijnaam pastorale. Deze werd, zoals vaak, niet gegeven door Beethoven zelf, maar door zijn toenmalige uitgever A. Cranz. De sonate is niet zo bekend, zeker niet vergeleken met haar illustere voorganger, de Mondscheinsonate, opus 27/2. Ze onderscheidt zich door de serene sfeer en de ogenschijnlijk eenvoudige techniciteit zonder virtuoze passages.
Pianosonate nr. 15, ("Pastorale") | ||||
---|---|---|---|---|
Portret van Beethoven in 1801 door Carl Traugott Riedel | ||||
Componist | Ludwig van Beethoven | |||
Soort compositie | pianosonate | |||
Gecomponeerd voor | pianoforte | |||
Toonsoort | Re majeur | |||
Opusnummer | 28 | |||
Compositiedatum | 1801 | |||
Première | 1802 | |||
Opgedragen aan | Graaf Joseph von Sonnenfels | |||
Duur | ca. 25' | |||
Vorige werk | Pianosonate nr. 14 op. 27/2 ("Mondschein") | |||
Volgende werk | Strijkkwintet in C op. 29 | |||
Oeuvre | Oeuvre van Ludwig van Beethoven | |||
|
Met de bijnaam pastorale verwijst dit woord, net als Beethovens 6e symfonie die hij enkele jaren later zou schrijven, naar de herderlijke sfeer. Dit komt door het gebruik van een constant aanwezige grondtoon in het 1e, 2e en 4e deel. Een eenvoudige melodie voegt zich daarbij. Ook de 6/8 maatsoort van het laatste deel en de 3/4 maat van het eerste deel dragen hier aan bij. Het eerste en vierde deel stralen een rustige sfeer uit, de binnenste delen doen dat minder.
Deze sonate werd gepubliceerd in 1801, in een tijd waar Beethoven zich zorgen maakte over zijn toenemende doofheid. De luchtigheid van dit werk is in dat opzicht dus erg verrassend.