Positienauwkeurigheid
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Positienauwkeurigheid is de mate waarin de gemeten positie overeenkomt met de ware positie volgens een bepaalde standaard. Het is van belang voor een veilige navigatie en als zodanig onderdeel van de nautische foutenleer. De benodigde nauwkeurigheid hangt af van de afstand tot gevaren voor de navigatie en de snelheid.[1]
In beide voorbeelden laat de nauwkeurigheid, die bestaat uit zowel juistheid als precisie, te wensen over | |
Een lage juistheid door een grote systematische fout, maar een grote precisie door een kleine toevallige fout | Grote (gemiddelde) juistheid, maar lage precisie |
Met betrekking tot navigatie is er een onderscheid tussen absolute nauwkeurigheid — de nauwkeurigheid ten opzichte van geografische coördinaten — herhaalbare nauwkeurigheid — waarbij een eerder bepaalde positie kan worden teruggevonden — en relatieve nauwkeurigheid — de mate waarin twee navigatie-instrumenten dezelfde positie kunnen bepalen.
Om de nauwkeurigheid te kunnen bepalen, is het nodig om de grootte van de optredende fouten te kennen, maar ook de precisie, herhaalbaarheid en reproduceerbaarheid. Fouten zijn onder te verdelen in toevallige of stochastische fouten, systematische fouten en blunders. Om nauwkeurigheden onderling te kunnen vergelijken, moet bekend zijn volgens welke standaard deze zijn opgegeven.