Premenstrueel syndroom
klachten voor de menstruatie / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Het premenstrueel syndroom (PMS) is een groep klachten of symptomen die bij sommige vrouwen vlak voor de menstruatie optreden. Volgens de patiëntenfolder van het VU medisch centrum heeft ongeveer 4% van de vrouwen tussen 15 en 45 jaar last van PMS. Volgens de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie Gynaecologie gaat het om 25 procent van de vrouwen tussen de 15 en 45 jaar[1]. Uit onderzoek door gynaecoloog Bertho Nieboer in 2017 kwam naar voren dat zo'n drie op de vier vrouwen PMS ervaren, maar hiermee niet naar de huisarts gaan.[2].
Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht. Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts. |
Deze percentages hangen sterk samen met de gehanteerde criteria: er is geen duidelijke natuurlijke afbakening tussen PMS en normaal gedrag en iedere grenslijn die men trekt tussen normaal en abnormaal is noodzakelijkerwijs arbitrair. Het syndroom hoeft niet gedurende de gehele vruchtbare periode te bestaan: het is ook mogelijk dat het ontstaat na het dertigste levensjaar of na het krijgen van kinderen.
De voornaamste met PMS geassocieerde lichamelijke klachten zijn huilbuien (zonder depressieve gevoelens), duizeligheid, hartkloppingen, hoofdpijn, strakke huid, opgezwollen borsten en buikpijn. Psychisch kan de vrouw last hebben van angstigheid, depressieve gevoelens, nervositeit, prikkelbaarheid en agressie.
Er zijn vele hypothesen over de oorzaak van deze klachten, die alle buiten de context van een PMS ook 'gewoon' of in andere situaties (bijvoorbeeld zwangerschap) voor kunnen komen. Geen van deze hypothesen is wetenschappelijk hardgemaakt. Sommigen menen dat de wisseling in het progesterongehalte in de tweede week van de cyclus aan de basis ligt van PMS. Onderzoek daarnaar is niet doorslaggevend.[3] Wellicht blijft bij vrouwen met ernstige PMS-klachten de progesteronspiegel te laag, zodat het hormoon oestrogeen de overhand kan houden. Andere theorieën zoeken het in het hormoon prolactine, dat onder andere zorgt voor het op gang komen en onderhouden van de melkproductie bij het zogen.[4] Er wordt ook geopperd dat een tekort aan vitamine B6 aanleiding zou kunnen geven tot PMS-klachten.[5]
In 2006 werd de neurotransmitter serotonine, een van de stoffen die signalen overbrengen tussen bepaalde hersencellen, aan het lijstje toegevoegd. Vrouwen met PMS blijken een lager serotoninegehalte te hebben, zodat ze depressief, angstig of snel kwaad worden.[6] Overigens is een verlaagd serotoninegehalte een verschijnsel dat ook wordt gezien bij depressies; dit is de basis waarop de werkzaamheid van de meeste antidepressiva berust.