Proetveldtocht
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De Proetveldtocht (Russisch: Прутский поход; Proetski pochod) was de belangrijkste veldtocht van het Russische Rijk tegen het Ottomaanse Rijk tijdens de Derde Russisch-Turkse Oorlog, onderdeel van de Grote Noordse Oorlog. De veldtocht vond plaats aan de Proet en werd geleid door Peter de Grote. De veldtocht verliep vrij desastreus.
Proetveldtocht | ||||
---|---|---|---|---|
Onderdeel van de Russisch-Turkse Oorlog (1710-1711) | ||||
kaart van de Proetveldtocht uit 1711 | ||||
Datum | juli 1711 | |||
Locatie | Proet, grens Oekraïne, Roemenië en Moldavië | |||
Resultaat | Russische nederlaag | |||
Strijdende partijen | ||||
| ||||
Leiders en commandanten | ||||
| ||||
Troepensterkte | ||||
| ||||
Verliezen | ||||
|
De veldtocht ontstond als gevolg van de Turkse oorlogsverklaring, na de Slag bij Poltava, op 20 november 1710. Dit bracht Rusland in een moeilijke positie daar de oorlog met Zweden ook doorging. Besloten werd om de Balkanprovincies van het Ottomaanse Rijk aan te vallen, omdat deze gebieden (Servië, Moldavië en Walachije) wel wilden worden bevrijd van de Turken. De Servische leiders en de gospodars van Moldavië en Walachije Dimitrie Cantemir en Constantin Brâncoveanu steunden relaties met Rusland. Met het idee dat de volken aldaar wel in opstand zouden komen als de Russische legers zouden arriveren en hen wel zouden voorzien van voedsel, werd besloten tot de aanval. Aan het hoofd stond Boris Sheremetev, die al eerder gevechten tegen de Turken had geleid.