Sanctie (straf)
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een sanctie (uit het Latijn: sanctio, van sancire = heiligen, onschendbaar maken; bekrachtigen; op straffe verbieden) is een maatregel die kan worden opgelegd aan personen, groepen, bedrijven of landen ter sanctionering van bepaald ongewenst gedrag.
Hoewel straf en sanctie vaak aan elkaar gelijkgesteld worden, is dit onterecht. Sanctie is breder dan het begrip straf. Sancties kunnen civielrechtelijk (bijvoorbeeld schadevergoeding), bestuursrechtelijk/administratief (bijvoorbeeld dwangsom), tuchtrechtelijk/disciplinair of strafrechtelijk zijn. Een noodzakelijke voorwaarde van straf is leedtoevoeging. Er is sprake van leedtoevoeging bij strafrechtelijke sancties en bestuurlijke bestraffende sancties (de bestuurlijke boete). Er wordt gestraft om preventieve doeleinden (iemand van een delict weerhouden) of vergeldende doeleinden, omdat het handelen van de persoon in strijd was met een regel die door de wetgever als essentieel geacht wordt. Burgerrechtelijke sancties beogen in Nederland en België de loutere schadevergoeding, maar kunnen uitzonderlijk in beperkte mate een punitief karakter aannemen. In andere landen, zoals de Verenigde Staten, hebben burgerrechtelijke sancties wél een sterk punitief karakter, waardoor heel zware schadeclaims kunnen ontstaan.
Sancties kunnen naar hun doeleinden verschillend ingedeeld worden. Een sanctie is ofwel reparatoir (herstellend) ofwel punitief (leedtoevoegend). Punitieve sancties kunnen weer worden onderverdeeld in retributieve en repressieve sancties. Bij retributieve sancties staat de vergelding centraal; bij repressieve sancties de preventie.
Economische boycot
Sancties worden vaak toegepast in internationale conflicten. De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties of een groep van landen kan besluiten om een of meerdere sancties tegen een land uit te vaardigen, om op die manier het land te dwingen een andere politiek te gaan voeren.
Een veel gebruikte sanctie is een economische boycot. Hierdoor kan het betreffende land geen handel meer drijven met de landen die de sanctie opleggen. Dit wordt uitgewerkt door middel van een verbod op het leveren van goederen of diensten aan aan partij uit een bepaald land of aan een partij die gelieerd is met dat land (bijvoorbeeld via een aandeelhouder of familielid). Sancties of boycots zijn vrijwel nooit algemeen en beperken zich vrijwel altijd tot bepaalde goederen en diensten (vaak financiële diensten, olie of een ander belangrijke grondstof, of wapens). Ook kunnen sancties zich tegen specifieke personen richten, vaak personen met sterke banden met het regime van het gesanctioneerde land. Bedrijven die de sancties overtreden kunnen boetes en andere maatregelen opgelegd krijgen.
Twee veelgehoorde bezwaren tegen een dergelijk embargo is dat deze landen ook zichzelf benadelen door de boycot, en dat het illegale handel in de hand werkt. Ook wordt een land naarmate het harder getroffen wordt door sancties steeds minder gevoelig voor dreigementen met verdere sancties. Een idee achter dergelijke sancties is dat de publieke frustratie hierover druk op het regime kan uitoefenen, maar hiervoor wordt wel vooral de bevolking getroffen en niet zozeer de elite. Daarbij bestaat er ook het gevaar van overcompliance waarbij bedrijven verder gaan dan de sanctiewetgeving verplicht, uit angst voor boetes en andere maatregelen. Ook hiervan kunnen bepaalde groepen personen de dupe worden, bijvoorbeeld Iraanse staatsburgers in het buitenland. Reeds aangenomen Iraniërs die op het punt voor hun nieuwe baan naar Nederland te vertrekken ondervonden dit aan den lijve toen hun Nederlandse werkgever plotseling en onder opgaaf van redenen hun arbeidsovereenkomsten introk; angst voor overtreding van de sancties tegen Iran bleek de ware reden.[1]
Voorbeelden van dergelijke sancties zijn:
- De handelsboycot tegen Zuid-Afrika in de jaren 80, die volgens sommige studies[bron?] sterk bijgedragen heeft aan het eind van de apartheid. Daarbij werd Zuid-Afrika ook uit de meeste sportevenementen geweerd (sportboycot).
- Er is een brede boycot tegen Irak onder Saddam Hoessein geweest na afloop van de Golfoorlog (1990-1991).
- Een beperktere boycot is de boycot van de Verenigde Staten jegens Cuba.
- De boycot tegen Iran als gevolg van zijn nucleair programma.
- De boycot tegen Rusland als gevolg van de annexatie van de Krim in 2014.
Niet alle economische boycots zijn sancties. Het Continentaal Stelsel van Napoleon was bijvoorbeeld een verbod aan de gebieden onder zijn controle op alle handel met Engeland, louter bedoeld om dat land te verzwakken en zo de oorlogsdreiging te verminderen. Het was geen sanctie die Engeland kon beëindigen door de een of andere eis in te willigen. (Het land reageerde dan ook met een tegenboycot, maar dan wereldwijd, en de machtsverhoudingen bleven ongewijzigd.)
Text is available under the CC BY-SA 4.0 license; additional terms may apply.
Images, videos and audio are available under their respective licenses.