Resusantagonisme
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Resusantagonisme treedt op als een resusnegatieve vrouw in verwachting is van een resuspositief kind. Als rode bloedcellen van de foetus (vooral bij de bevalling/keizersnede, maar ook bij vruchtwaterpunctie) in de bloedbaan van de moeder terechtkomen kunnen die de productie van antistoffen veroorzaken, wat bij latere zwangerschappen problemen bij de vrucht kan geven doordat de antilichamen een gevaar vormen voor de foetus.
Resusantilichamen kunnen in de bloedbaan van de baby de rode bloedcellen (voor een gedeelte) vernietigen met bloedarmoede tot gevolg. Het bij de afbraak geproduceerde bilirubine kan hersenbeschadigingen veroorzaken en mogelijk de dood van de baby. Als blijkt dat bij een vruchtwaterpunctie een hoog bilirubinegehalte gemeten wordt kan prenataal om de twee weken een bloedtransfusie gegeven worden, waarna de bevalling rond de 33e week wordt ingeleid.
Ter voorkoming van deze complicatie wordt in geval van resusincompatibiliteit Rh0(D)-immunoglobuline preventief toegediend aan de moeder om het aanmaken van resusantistoffen te voorkomen.