Richtingaanwijzer
auto-onderdeel / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Een richtingaanwijzer, clignoteur of knipperlicht (in België vaak pinker genoemd) is een signalisatielicht op een voertuig dat wordt gebruikt om andere verkeersdeelnemers duidelijk te maken dat een voertuig van richting gaat veranderen of een zijdelingse beweging gaat maken.
De specificaties waaraan een richtingaanwijzer moet voldoen, zijn wettelijk vastgelegd. Zo moet de kleur van de richtingaanwijzer vooraan wit of oranjegeel zijn, en achteraan rood of oranjegeel. In de zijflanken moet de richtingaanwijzer oranjegeel knipperen. De knipperfrequentie moet 90 per minuut zijn met een tolerantie van 30. Op het dashboard van de auto knippert een verklikkerlampje synchroon met de richtingaanwijzers buiten. Ook is meestal een akoestische terugkoppeling aanwezig: de bestuurder hoort duidelijke tikken. Wanneer de knipperlichten en de terugkoppeling opeens veel sneller gaan, kan dat een indicatie zijn dat een of meer lampen defect zijn.
Vaak is er een mechanische verbinding tussen het stuurwiel en de bedieningsknop van de richtingaanwijzer. Wordt het stuur teruggedraaid, wat meestal gebeurt nadat een bocht voltooid is, dan schakelt de richtingaanwijzer vanzelf uit.