Sandwichverbinding
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Een sandwichverbinding is in de organometaalchemie elke chemische verbinding waarin een metaal-atoom tussen twee arenen in zit. Ten opzichte van de klassieke bindingstheorie is het speciale aan deze verbindingen dat het metaalatoom niet aan één specifiek koolstofatoom gebonden is, maar bindingen vormt via de overlap van aromatische moleculaire orbitalen met vrije d-orbitalen van het centraal metaalion.
De term sandwichverbinding is in de organische nomenclatuur geïntroduceerd halverwege de jaren '50 van de 20e eeuw. J.D. Dunitz, L.E. Orgel en R.A. Rich waren toen in staat de structuur van ferroceen met behulp van röntgendiffractie te bepalen.[1] Robert Burns Woodward had enige jaren daarvoor al voorgesteld dat het ijzeratoom tussen de twee cyclopentadiënylringen zou kunnen zitten. De structuur loste ook het probleem op rond de mogelijke conformaties. De bepaling van de structuur van ferroceen had zowel op ontwikkeling van de röntgendiffractie als op de ontwikkeling van de organometaalchemie een verstrekkende positieve invloed.[2] In 1973 kregen twee pioniers op het gebied van de sandwichverbindingen, Ernst Otto Fischer en Geoffrey Wilkinson, de Nobelprijs voor de Scheikunde.