Steven van der Hagen
Nederlands politicus (1563-1621) / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Steven van der Hagen (Amersfoort, 1563 - 1621), ook Haghen of Verhagen genoemd, was de eerste admiraal van de Vereenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Hij was driemaal en in totaal zes jaar in Oost-Indië. Hij werd benoemd als Raad van Indië en diende onder de gouverneur-generaals Gerard Reynst, Laurens Reael en Jan Pieterszoon Coen (nov. 1614 - okt. 1619). Als hij of de andere Nederlanders Mozambique hadden veroverd, was de geschiedenis van Zuid-Afrika anders verlopen.[1]
Steven van der Hagen | ||||
---|---|---|---|---|
Steven van der Hagen | ||||
Algemene informatie | ||||
Geboren | 1563, Amersfoort | |||
Overleden | 1621, Utrecht | |||
|
Van der Hagen was een van de weinigen die protesteerde tegen het harde beleid van de bewindhebbers, die uit waren op een monopolie en de levering van kruidnagelen, daarbij de Spanjaarden, Portugezen, Engelsen of Aziatische handelaren zo veel mogelijk dwarszittend. Laurens Reael en Steven van der Hagen schreven met afkeuring over de meedogenloze manier waarop de Heren XVII met de belangen en het recht van de Molukse bevolking omsprongen.[2] Van der Hagen was van mening dat de VOC in plaats van de Aziatische schepen met geweld te weren er beter aan zou doen hen door verruiming van de eigen aanvoer uit de markt te concurreren.[3] Reael zette zich in voor hogere prijzen; Van der Hagen vreesde dat de Bandanezen anders het eiland zouden verlaten.[4] In 1618 vroegen ze om ontslag.