Svipdagsmál
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Svipdagsmál is een oud Noors gedicht dat deel uitmaakt van de Poetische Edda, en bestaat uit twee gedichten, Grógaldr en Fjölsvinnsmál. Beide gedichten hebben dezelfde verteller, Svipdagr. Ze zijn vergelijkbaar in taal, structuur en metrum (ljóðaháttr). Beide gedichten komen voor in papieren manuscripten uit de 17e eeuw. In drie van de manuscripten zijn de gedichten van volgorde verwisseld met tussenin Hyndluljóð. Pas in 1854 wees Svend Grundtvig op het verband tussen Grógaldr en het eerste deel van de ballade Ungen Sveidal. In 1856 merkte Sophus Bugge op, dat het laatste deel van de ballade overeenstemde met Fjölsvinnsmál. Bugge schreef in 1860 over dit verband in Forhandlinger i Videnskabs-Selskabet i Christiania en noemde beide gedichten Svipdagsmál.