Symfonie nr. 4 (Rangström)
Rangström / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Ture Rangström componeerde zijn symfonie nr. 4 Invocatio, Symfonische improvisaties voor orkest en orgel in etappes. Het is zijn laatste symfonie.
Symfonie nr. 4 Invocatio Symfonische improvisaties voor orkest en orgel Symfonie nr. 4 Invocatio Symfoniska improvisationer för orkester och orgel | ||||
---|---|---|---|---|
Componist | Ture Rangström | |||
Soort compositie | symfonie | |||
Gecomponeerd voor | orkest en orgel | |||
Compositiedatum | 1936 | |||
Première | 20 november 1936 | |||
Duur | circa 32 minuten | |||
|
De basis voor dit werk werd gevormd door een werk voor orgel solo: Invocatio, dat werd voltooid op 20 augustus 1933, dat volgens de componist om bewerking vroeg. Hij bewerkte het stuk tot een werk voor orkest en orgel, waarbij de orgelpartij wat naar de achtergrond is verdwenen. Rangström vormt een buitenbeetje in de muziekgeschiedenis van Zweden. Hij had, vond men destijds, te weinig talent om aan het conservatorium van Stockholm te mogen studeren. Hij had toen al ettelijke liederen geschreven, een soort compositie die veelvuldig in zijn oeuvre voorkomt. Zijn eerste liederen waren te tam en men raadde hem aan iets “wilder” te componeren. Hij nam dit mee in zijn stijl en leidde eigenlijk zichzelf op met kortdurende steun van Hans Pfitzner in Berlijn (1905-1906). Toen zijn werk af was op 13 november 1936 volgde al snel een eerste uitvoering op 20 november onder leiding van de componist zelf; het Stockholm Concert Society Orchestra was het symfonieorkest van dienst.
Collegacomponist Kurt Atterberg vond het allemaal te veel van het goede en adviseerde hem het lange middendeel te schrappen. Rangström volgde dat advies op en gaf het werk toen pas haar huidige naam en status als vierde symfonie. Deze korte versie, zonder Recitativo ed ariosa kreeg haar première in november 1943. Toen het werk in de jaren 1970-1979 weer eens op de lessenaar verscheen, in dit geval bij Sergiu Comissiona en het Göteborg Symfonie Orkest, vond met dat met het inkorten de symfonie te kort werd gedaan en werd het middeldeel in ere hersteld. Een klein detail daarbij is dat de componist van 1922 tot 1925 dirigent was van dat orkest.