The Beggar's Opera
opera van Johann Christoph Pepusch / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
The Beggar's Opera is een satirisch toneelstuk van John Gay, deels op muziek gezet door Christopher Pepusch.
The Beggar's Opera (De opera van de bedelaar) was een van de populairste toneelstukken van de 18de eeuw, en is verschillende keren heropgevoerd door de eeuwen heen; het werd eveneens bewerkt door Bertolt Brecht, die er zijn Dreigroschenoper op baseerde.
Het stuk – want het is veeleer een stuk dan een opera – ging op 29 januari 1728 in première en werd 61 maal herhaald, wat toentertijd ongezien was. Door de nauwelijks verholen beledigingen aan het adres van de toenmalige eerste minister, Robert Walpole, die Gays ideologische tegenstander was en de première bijwoonde, werd het vervolg op The Beggar's Opera, Polly, door de overheid verboden.
Men dient de benaming opera ironisch op te vatten: in feite was The Beggar's Opera net een persiflage op de conventionele opera die in de vroege 18de eeuw in Engeland domineerde; na de dood van Purcell in 1695 waren er geen componisten meer met voldoende draagkracht om de Engelse muziekscene een vaderlandse of inheemse koers te laten varen. Componisten als Arne en Boyce waren blijkbaar niet opgewassen tegen de verregaande tendens tot italianisering, die zeker nog versterkt werd door de populariteit van de vele Italiaanse opera's van Händel, een genaturaliseerde Brit. Bovendien werd de mode in de muziekwereld sterk door continentale invloeden bepaald. The Beggar's Opera vormt een uitgesproken sarcastische reactie op de toen heersende conventies van de Italiaanse stijl: in plaats van aristocraten of notabelen als hoofdpersonages, koos Gay voor de allerlaagste bevolkingsklassen – hij maakte criminelen tot de helden van het stuk; dit lokte een behoorlijke controverse uit. Ook de zeer gewaagde inhoud maakte het stuk tezelfdertijd zowel geliefd als berucht.
Daarnaast was The Beggar's Opera eveneens qua vorm origineel: in tegenstelling tot in de Italiaanse, geheel en al gezongen opera, wordt in The Beggar's Opera vooral veel gesproken. Er zijn veel dialogen, die met 69 liederen worden afgewisseld. Enerzijds grijpt dit terug naar de masque, maar anderzijds blikt het vooruit naar de musical; er wordt weinig gedanst, en de klemtoon ligt op de plot.
The Beggar's Opera is opgevat als een opera die, zoals de titel aanduidt, door een bedelaar is geschreven. Hierin schuilt een listige truc van Gay: de schunnigheden en provocaties die het stuk doorsnijden, zijn als het ware niet zijn verantwoordelijkheid, want niet Gay is de auteur maar de bedelaar. Het publiek zal in die tijd ongetwijfeld de meerderheid van de liederen herkend hebben: het zijn alle oftewel populaire ballades, oftewel beroemde aria's uit bekende opera's, die door Pepusch in niet of nauwelijks gewijzigde vorm op de teksten van Gay werden getransponeerd. Het enige wat Pepusch zelf gecomponeerd heeft, is de ouverture. De plot van The Beggar's Opera bevat heel wat intriges en is daardoor behoorlijk uitgebreid. In het algemeen is de toon opzettelijk subversief.