Trois Poésies de la Lyrique Japonaise
compositie van Igor Stravinsky / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Trois Poésies de la Lyrique Japonaise (W22) is een compositie van Igor Stravinsky voor sopraan en piano, en voor sopraan en kamerorkest op een Franse tekst van Maurice Delage, gecomponeerd in 1912-1913 in Ustilug en Clarens.
Trois Poésies de la Lyrique Japonaise | ||||
---|---|---|---|---|
Yamabe no Akahito | ||||
Componist | Igor Stravinsky | |||
Soort compositie | liederen | |||
Gecomponeerd voor | sopraan en piano | |||
Opusnummer | W22 | |||
Compositiedatum | 1912-1913 | |||
Opgedragen aan | 1. Maurice Delage; 2. Florent Schmitt; 3. Maurice Ravel | |||
Duur | ruim 3 minuten | |||
Vorige werk | Le Sacre du printemps | |||
Volgende werk | Trois petites chansons – Souvenir de mon enfance | |||
Oeuvre | Oeuvre van Igor Stravinsky | |||
|
Het werk bestaat uit de volgende drie liederen:
- Akahito, opgedragen aan Maurice Delage
- Mazatsumi, opgedragen aan Florent Schmitt
- Tsaraiuki, opgedragen aan Maurice Ravel
Inspiratie voor de liederen kreeg Stravinsky na het lezen van een anthologie van haikai, waarna hij drie teksten koos over de komst van de lente. Het werk is beïnvloed door Pierrot Lunaire van Arnold Schönberg; de muziek gaat ook hier tot de uiterste grens van tonaliteit. Ook de instrumentatie is vergelijkbaar met Pierrot Lunaire. Stravinsky vond het echter moeilijk om de invloed van Schönberg toe te geven. Daarnaast is er ook verwantschap met het werk van Anton Webern, maar diens muziek kende Stravinsky niet.