Tropengeneeskunde
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Tropengeneeskunde is de tak in de geneeskunde die zich bezighoudt met tropische ziekten. Volgens de World Health Organisation (WHO) zijn tropische ziekten aandoeningen die uitsluitend of voornamelijk voorkomen in de tropen. Vaak worden dan infectieuze ziekten bedoeld die goed gedijen in een warm en vochtig klimaat, zoals malaria (moeraskoorts), leishmaniasis (zandmugziekte), schistosomiasis (vroeger Bilharzia), onchocerciase (rivierblindheid), filariasis (draadworm), ziekte van Chagas, trypanosomiasis (Afrikaanse slaapziekte) en dengue (knokkelkoorts).
Opgegeven reden: Lange alinea's, weinig interne links en niet encyclopedisch geschreven
Echter, in ruimere zin omvat tropengeneeskunde de curatieve en preventieve geneeskunde in ontwikkelings- en transitielanden (“Low and Middle Income Countries”, LMIC). Met curatieve geneeskunde wordt met name het erkennen en behandelen van acute levensbedreigende, maar bij uitstek omkeerbare, aandoeningen bedoeld. Verder zijn public health en gezondheidsbevordering een belangrijk onderdeel van de tropengeneeskunde. Hierbij kan worden gedacht aan de preventie van aandoeningen als tuberculose, HIV/aids en chronische niet-overdraagbare ziekten (“non-communicable diseases”), zoals hart- en vaatziekten en diabetes mellitus. Maar ook aan vergeten tropische ziekten (“Neglected Tropical Diseases”, NTDs) die voornamelijk in arme gebieden voorkomen. Deze ziekten zijn door de WHO opgesteld in de lijst NTDs die onder andere lepra (melaatsheid) en rabiës (hondsdolheid) bevat. Tropengeneeskunde omvat dus niet alleen het behandelen van een ziekte van individu, maar bevordert ook de gezondheid van grotere groepen mensen. Tropengeneeskunde bedrijft men in de regel in een omgeving met beperkte middelen.