Itsjkerië
historisch land / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Itsjkerië (Russisch: Чеченская Республика Ичкерия, Tsjetsjeens: Нохчийн Республика Нохчийчоь, Turks: İçeri) duidt bij de Tsjetsjenen het berggebied ("binnenland") van Centraal- en Zuid-Tsjetsjenië aan. Dit berggebied was voor de Tsjetsjenen door de geschiedenis heen zeer belangrijk, omdat ze zich daar konden terugtrekken in oorlogstijden. De hogere berggebieden waren makkelijker verdedigbaar dan de noordelijkere vlaktes, waar ze in vredestijd woonden. Volgens de legende zouden alle "rasechte" tejps (clans) van oorsprong hiervandaan komen.
Geografie | |
---|---|
Hoofdstad | Dzjochar (Grozny) |
Oppervlakte | 15.700 km² |
Coördinaten | 43°19'59,99"NB, 45°40'0,01"OL |
Bevolking | |
Inwoners (2000) | 790.000 (50,3 /km²) |
Religie | Islam |
Talen | Tsjetsjeens |
Politiek | |
President | Dokoe Oemarov |
Overig | |
Munteenheid | Tsjetsjeense nahar (nooit ingevoerd) |
Volkslied | Dood of Vrijheid |
Tijdzone | UTC +3 |
In 1990 werd de voormalige Sovjetluchtmachtgeneraal Dzjochar Doedajev de leider van de nationalistische Tsjetsjeense oppositiepartij "Nationaal Congres van de Tsjetsjenen", nadat hij was teruggekeerd uit het Rode Leger. In het Rode Leger wist hij het eerder tot de eerste (en enige) generaal van Tsjetsjeense afkomst te schoppen. De glasnost van Gorbatsjov zorgde voor een toenemende druk op de Sovjetregering (opperste Sovjet) in Tsjetsjenië om onafhankelijkheid te krijgen voor het gebied. Dit werd nog versterkt doordat verscheidene SSR's zich onafhankelijk verklaarden en autonome republieken binnen de Sovjet-Unie meer autonomie gingen eisen. Na de mislukte communistische staatsgreep in augustus 1991 tegen president Boris Jeltsin, greep Doedajev zijn kans. De lokale Sovjetleider Dokoe Zavgajev was namelijk niet erg snel in het erkennen van het gezag van Jeltsin, terwijl Doedajev dat wel was vanaf het begin. Doedajev wist Zavgajev te laten aftreden en schreef op 27 oktober presidentsverkiezingen uit.