Tweeherigheid van Maastricht
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Met de tweeherigheid van Maastricht wordt in de geschiedenis van Maastricht de periode van 1204 tot 1794 aangeduid, waarin de stad als condominium werd bestuurd door twee heren, enerzijds de bisschop van Luik en anderzijds de hertog van Brabant (later de hertog van Bourgondië; nog later de Staten-Generaal van de Nederlanden). De tweeherigheid had tot gevolg dat Maastrichtse burgers de Luikse of Brabantse nationaliteit hadden en dat het grondgebied van de stad bestond uit een lappendeken van tweeherige, Luikse, Vroenhofse, Tweebergse en andere territoria. De complexe bestuurlijke en rechterlijke organisatie van Maastricht tijdens het ancien régime was in zekere zin uniek in Europa, vooral toen na 1632 twee gelijkberechtigde confessies (het katholicisme en het calvinisme) een religieuze dimensie aan de tweeherigheid gaven.[2]
Maastricht | |||||
---|---|---|---|---|---|
Condominium | |||||
| |||||
| |||||
Motto Trajectum neutri Domino sed paret utrique[noot 1] | |||||
Algemene gegevens | |||||
Hoofdstad | Maastricht | ||||
Talen | Middel-/Nieuwnederlands, Latijn, Frans (spreektaal: Maastrichts) | ||||
Regering | |||||
Regeringsvorm | gedeelde soevereiniteit tussen Prinsbisdom Luik en Hertogdom Brabant (later Republiek der Nederlanden) | ||||
Staatshoofd | prins-bisschop van Luik en hertog van Brabant (later Staten-Generaal) |