Hoofdreeksster type B
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Een hoofdreeksster type B (B V) is een ster op de hoofdreeks, een waterstof-fuserende ster met de spectraalklasse B en lichtkrachtklasse V (Romeinse vijf). Deze sterren bevatten 2,5 tot 16 maal de zonnemassa, met een oppervlaktetemperatuur tussen tienduizend en dertigduizend kelvin. Type B-sterren zijn extreem lichtsterk en hebben een blauw-witte kleur. In het spectrum vindt men neutraal helium, dat het sterkst aanwezig is in de B2-klasse, met matige waterstoflijnen. Voorbeelden zijn Regulus en Algol Aa1.
Spectraalklasse | Straal R☉ | Massa M☉ | Teff(K) | log g |
---|---|---|---|---|
B0 V | 10 | 17 | 25.000 | 4 |
B1 V | 6,42 | 13,21 | 25.400 | 3,9 |
B2 V | 5,33 | 9,11 | 20.800 | 3,9 |
B3 V | 4,8 | 7,6 | 18.800 | 4 |
B5 V | 3,9 | 5,9 | 15.200 | 4 |
B6 V | 3,56 | 5,17 | 13.800 | 4 |
B7 V | 3,28 | 4,45 | 12.400 | 4,1 |
B8 V | 3 | 3,8 | 11.400 | 4,1 |
B9 V | 2,7 | 3,29 | 10.600 | 4,1 |
Dit type ster is geïntroduceerd in de Harvard Revised Photometry Catalogue in 1908. De definitie van hoofdreekssterren type B was de aanwezigheid van niet-geïoniseerde heliumlijnen met de afwezigheid van enkelvoudig geïoniseerd helium in het blauw-violette deel van het spectrum. Alle spectraalklassen kregen een cijfer achter de letter van 0 to 9 waarin men aangeeft hoever de ster verwijderd is van de volgende letterreeks. Spectraalklasse B2 is dus een vijfde deel van type B0 tot A0.
Later werden er echter, met de verbetering van de spectra, spectraallijnen van geïoniseerd helium gevonden voor het stertype B0. Ook A0-sterren vertonen zwakke lijnen van niet-geïoniseerd helium. De daaropvolgende catalogi van spectraalklassen classificeerden de sterren aan de hand van de potentie van specifieke absorptielijnen, of door de potentie van verschillende lijnen met elkaar te vergelijken. In het MK-classificatieschema heeft de spectraalklasse B0 een sterkere lijn op de 439 nanometer dan de lijn op 420. De Balmerreeks van waterstoflijnen nemen in kracht toe in het type B, deze pieken in type A2. De lijnen van geïoniseerd silicium worden gebruikt om de onderklasse van de type B-sterren te bepalen. Magnesiumlijnen maken het onderscheid voor de temperatuurklasse.
Hoofdreekssterren type B hebben geen corona en ook geen convectieve zone in de buitenste atmosfeer. Ze hebben een groter massaverlies dan kleinere sterren, met een sterrenwind met een snelheid van zo'n 3000 kilometer per seconde. De energieproductie in type B-hoofdreekssterren komt van de koolstof-stikstofcyclus, een vorm van thermonucleaire kernfusie. Omdat deze cyclus erg temperatuurgevoelig is, is de energieproductie sterk geconcentreerd rond de kern van de ster, wat een convectieve zone creëert rond deze kern. Dit veroorzaakt een stevige vermenging van waterstof met het helium bijproduct van de kernfusie.