For faster navigation, this Iframe is preloading the Wikiwand page for Völuspá.

Völuspá

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Twee Völva's (Gróa en Heiðr) en een hond boven een massa en vogels in de luchtCarl Larsson, 1893
Twee Völva's (Gróa en Heiðr) en een hond boven een massa en vogels in de lucht
Carl Larsson, 1893

Völuspá (Oudnoors vɔluˌspa, Modern IJslands vœlʏˌspau, letterlijk: profetie (spá) van de Völva) is een van de gedichten uit de Poëtische Edda, en vertelt over de begintijd van de wereld en over Ragnarök. Het wordt verteld door de Völva, een zieneres, die in trance lijkt te zijn geraakt.

Völuspá is het eerste en meest bekende gedicht uit de Edda en bestaat uit ca. 60 stanzas. Völuspá staat vermeld in;

De volgorde en inhoud van de stanza's verschilt per bron en vertalers hebben de volgorde van de stanza's soms aangepast. Er wordt gebruikgemaakt van een refrein.

Snorri Sturluson heeft in zijn Proza-Edda (ca. 1220) gedeeltes uit de Poëtische Edda geciteerd, onder andere uit Völuspá.

De profetie

De Völva richt zich tot Odin die zich door haar laat informeren over hoe het met zijn schepping zal verlopen, terwijl de andere goden meeluisteren. In vervoering gaat ze terug tot in een ver verleden, tot voor de oorsprong der dingen (Ginnungagap).

Völuspá beschrijft:

  • de ordening van het heelal (strofen 4-5),
  • het verlies van de onschuld met de komst van de Nornen (strofe 8),
  • de schepping van de Dwergen (strofen 9-17)
  • en de mensen (Ask en Embla) (strofe 17-18),
  • over de godin Goudroes (Gullveig) die de mensen het volmaakte inerte metaal bracht, maar mishandeld werd door de Asen (strofe 21),
  • de dodelijke nachtmerrie van Baldr die zich voltrekt (strofen 32-33),
  • de val van de god Loki (strofe 34)
  • en de dreigende ondergang van de hele wereld (Ragnarök) (strofen 35-43).
  • ten slotte de ondergang van de goden zelf in een strijd tegen de oeroude Reuzen (Jötun), Fenrir en de Midgaardslang. De zon dooft uit en wordt duister als het laatste vuur de aarde verteert.
  • maar een nieuwe frisgroene wereld verrijst gelouterd opnieuw op uit de eindeloze oerzee (strofe 59).
Na Ragnarök, Emil Doepler, 1905
Na Ragnarök, Emil Doepler, 1905
Ik zie de aarde voor de tweede maal
Groenverfrist oprijzen uit de zee;
Watervallen klateren, erboven de adelaar,
Langs de bergwanden jaagt hij op vis.

Dit laatste beeld is een teken van vrede en harmonie. De adelaar is in vredestijd verplicht op vis te jagen, want er liggen geen vers gesneuvelden meer op slagvelden voor het rapen...
Zo heeft ieder beeld als kenning een geheel eigen betekenis in de Edda.

Zie ook

Werken van of over dit onderwerp zijn te vinden op de pagina Edda/Völuspá op Wikisource.
{{bottomLinkPreText}} {{bottomLinkText}}
Völuspá
Listen to this article

This browser is not supported by Wikiwand :(
Wikiwand requires a browser with modern capabilities in order to provide you with the best reading experience.
Please download and use one of the following browsers:

This article was just edited, click to reload
This article has been deleted on Wikipedia (Why?)

Back to homepage

Please click Add in the dialog above
Please click Allow in the top-left corner,
then click Install Now in the dialog
Please click Open in the download dialog,
then click Install
Please click the "Downloads" icon in the Safari toolbar, open the first download in the list,
then click Install
{{::$root.activation.text}}

Install Wikiwand

Install on Chrome Install on Firefox
Don't forget to rate us

Tell your friends about Wikiwand!

Gmail Facebook Twitter Link

Enjoying Wikiwand?

Tell your friends and spread the love:
Share on Gmail Share on Facebook Share on Twitter Share on Buffer

Our magic isn't perfect

You can help our automatic cover photo selection by reporting an unsuitable photo.

This photo is visually disturbing This photo is not a good choice

Thank you for helping!


Your input will affect cover photo selection, along with input from other users.

X

Wikiwand 2.0 is here 🎉! We've made some exciting updates - No worries, you can always revert later on