Verwachtingstheorie
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De verwachtingstheorie van Victor Vroom is een wetenschappelijke theorie over motivatie.[1] Volgens de verwachtingstheorie hangt de sterkte van motivatie voor een handeling af van drie factoren: verwachting, instrumentaliteit en valentie. Als mensen de keuze hebben tussen verschillende handelingsopties, zullen zij kiezen voor de optie met de grootste motivatiesterkte. De theorie is met name geënt op motivatie binnen werkomgevingen.
De motivatiesterkte is middels een formule te berekenen:
- motivatiesterkte = verwachting * instrumentaliteit * valentie
De verschillende factoren zijn:
- Verwachting (expectancy) is de inschatting dat een inspanning zal leiden tot een goede prestatie. Hierbij zijn de eigen beleving van de moeilijkheidsgraad van de inspanning, de eigen beleving over de eigen effectiviteit (zelfeffectiviteit) en de eigen waargenomen controle op de uitkomst belangrijk.
- Instrumentaliteit (instrumentality) is de verwachting dat een goede prestatie zal leiden tot de gewenste uitkomsten. Als de uitkomst een externe beloning is, is het vertrouwen in het daadwerkelijk ontvangen van deze beloning een belangrijk deel van het gevoel van instrumentaliteit.
- Valentie (valence) is de waarde die de uitkomst voor een persoon heeft, gebaseerd op de eigen basisbehoeften.[1]