Vesta (planetoïde)
planetoïde / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Vesta, officiële naam (4) Vesta, is de op twee na grootste planetoïde in de hoofdring en is tussen de 468 en 530 km in diameter. Haar grootte en haar ongewoon heldere oppervlak maken van Vesta de helderste planetoïde. Het is de enige planetoïde die onder gunstige omstandigheden met het blote oog zichtbaar is.
(4) Vesta | ||||
---|---|---|---|---|
Vesta, gezien door Dawn | ||||
Symbool | ||||
Type | Planetoïde | |||
Datum ontdekking | 29 maart 1807 | |||
Ontdekt door | Heinrich Olbers | |||
Vernoemd naar | Vesta, een godin uit de Romeinse mythologie | |||
Fysische gegevens | ||||
Diameter | 516 km | |||
Massa | 2,71×1020 kg | |||
Valversnelling | 0,2717 m/s2 | |||
Ontsnappingssnelheid | 0,3744 km/s | |||
Dichtheid (ρ) | 3,8 g/cm³ | |||
Rotatietijd | 5,342 uur | |||
Spectraalklasse | V | |||
Albedo | 42,3% | |||
Baangegevens | ||||
Type | Planetoïdengordel | |||
Excentriciteit (e) | 0,089 | |||
Periode (P) | 3,63 jaar | |||
Inclinatie (i) | 7,13° | |||
|
Ze is ontdekt door de Duitse astronoom Heinrich Wilhelm Olbers op 29 maart 1807. Hij heeft de belangrijke wiskundige Carl Friedrich Gauss de eer gegeven om de planetoïde te noemen naar Vesta, de Romeinse godin van huis en haard.
Na de ontdekking van Vesta in 1807 werden er gedurende 38 jaar geen nieuwe planetoïden ontdekt. De volgende was (5) Astraea.
In de beginjaren van het bestaan van het zonnestelsel was Vesta zo heet dat haar inwendige kon smelten. Dit heeft differentiatie van de planetoïde tot gevolg gehad. Ze heeft waarschijnlijk een lagenstructuur: een metallische ijzer-nikkelkern en een olivijnmantel daaromheen. Het oppervlak bestaat uit basaltische rots afkomstig van vroegere lavastromingen; blijkbaar is er ooit gedurende korte tijd vulkanische activiteit geweest. Daarom wordt Vesta een protoplaneet genoemd. Vesta verschilt hierdoor samen met Pallas van alle andere planetoïden en lijkt ze meer op aardse planeten die gelijkaardige geologische processen hebben ondergaan.
Niettemin is ze niet altijd de enige in haar soort geweest. Waarschijnlijk bestonden er oorspronkelijk honderden dergelijke grote protoplaneten, maar al de andere zijn aaneengegroeid tot (dwerg)planeten of opgebroken in families van kleinere planetoïden gedurende het chaotische begin. Men veronderstelt dat metallische ijzer-nikkelplanetoïden uit de kernen van dergelijke hemellichamen zijn gevormd, terwijl de rotsachtiger planetoïden uit de korsten en mantels komen.
Zelfs Vesta is na al die tijd niet meer intact. In 1996 heeft de Hubble Ruimtetelescoop een enorme krater op Vesta ontdekt. Deze is 430 km breed en mogelijk een miljard jaar oud. Er wordt vermoed dat deze krater de oorsprong is van de kleine V-type planetoïden of vestoïden die tegenwoordig worden waargenomen. In 2001 werd van zulk een planetoïde ((1929) Kollaa) bevestigd dat het ging om een stuk van Vesta. Ook werd de exacte locatie van haar vorming bepaald, diep in de korst.
Het Jarkovski-effect veroorzaakt samen met storende planeten en planetoïden een spreiding in de Vestafamilie. Sommige van de planetoïden (zoals (9969) Braille) zijn aardscheerders geworden. Kleinere fragmenten zijn zelfs op aarde terechtgekomen in de vorm van meteorieten.
Men vermoedt dat Vesta de bron is van de HED-meteorieten: de Howardieten, Eucriten en Diogenieten. Een van de Nederlandse meteorieten, de Ellemeet uit 1925 (een Diogeniet), behoort tot deze groep. De Howardieten zijn brokstukjes van de oppervlakte-breccia van de planetoïde (een mengsel van Eucriet, Diogeniet en ander meteorietmateriaal), de Eucriten stukjes van basaltuitvloeiingen aan het oppervlak, en de Diogenieten zijn plutonisch gesteente ontstaan in magmakamers diep in de mantel van de planetoïde.
Om onze kennis over Vesta te vergroten werd de Dawn-sonde naar Vesta gestuurd. Die deed vanaf juli 2011 ruim een jaar lang onderzoek vanuit een baan om de planetoïde.