Wentzel-Kramers-Brillouin-benadering
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De Wentzel-Kramers-Brillouin-benadering (WKB), of Wentzel-Kramers-Brillouin-Jeffreys-benadering (WKBJ) is in de natuurkunde het meest voorkomende voorbeeld van een semiklassieke berekening in de kwantummechanica. De golffunctie wordt eerst geschreven als een exponentiële functie, met een langzaam veranderende amplitude of fase.
De methode werd voor het eerst in 1923 door de wiskundige Harold Jeffreys ontwikkeld. Drie jaar daarna, in 1926, werd precies dezelfde methode ontwikkeld voor de tweede keer, maar dan door de natuurkundigen Wentzel, Kramers, en Brillouin, waarvan de naam WKB komt. Het blijkt dat Wentzel, Kramers en Brillouin het werk van Jeffreys niet kenden, waardoor het werk van Jeffreys vaak niet erkend wordt.
In de eerste jaren van de ontwikkeling van de kwantummechanica werden, in plaats van "WKB", diverse afkortingen door elkaar gebruikt, zoals WBK, BWK, WKBJ en BWKJ.