Wit licht (natuurkunde)
natuurkunde / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Wit licht is licht waarin geen kleur is te zien. Het ziet eruit als wit, maar bestaat in feite uit een combinatie van alle zichtbare kleuren.
Het licht wat wij kunnen zien, bestaat uit een spectrum van kleuren.
In dit spectrum benoemen we enkele van de kleuren:
- Onzichtbaar voor het menselijk oog:
- Infrarood,
- Ultraviolet (Typen A, B en C).
- Zichtbare kleuren:
- Rood (Primair-1),
- Oranje,
- Geel,
- Groen (Primair-2),
- Blauw (Primair-3),
- Indigo,
- Violet
Infrarood licht is onzichtbaar voor onze ogen. Infrarood licht wordt toegepast in afstandsbedieningen. Hiervoor wordt nabij-infrarood gebruikt (Nir). Een hoge dosis infrarood licht is voelbaar als warmte, bijvoorbeeld de warmte van gloeispiralen.
Ultraviolet licht komt voor in de typen A, B en C. Ultraviolet licht is onzichtbaar en zelfs schadelijk voor onze ogen en huid.
- Type A uv-licht wordt gebruikt voor echtheids-controle van papieren.
- Type B uv-licht wordt in gecontroleerde dosis gebruikt om bruin te worden.
- Type C uv-licht wordt in hoge dosis gebruikt om apparatuur te steriliseren.
Als je alle zichtbare kleuren licht met dezelfde sterkte op een wit vlak laat schijnen, of het rechtstreeks aanschouwt, zal je het als wit beschouwen.
Het is ook mogelijk om met de drie als 'primair' aangeduide kleuren wit licht te verkrijgen. Dit wordt op dezelfde manier gedaan, namelijk door de drie kleuren op gelijke lichtsterkte te laten schijnen.
Iedere variatie in sterkte in een of meer van de kleuren maakt een andere kleur. Dit is precies wat een kleurenbeeldscherm (lcd, plasmascherm of CRT) doet.