Witte Paters
rooms-katholieke gemeenschap van apostolisch leven, oorspronkelijk uit Frankrijk/Algerije / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De Afrikaanse Missies (M.A., M.Afr. of M.Fr.) of Missionarissen van Afrika, beter bekend als de Witte Paters (Patres Albi, P.A.), voluit Sociëteit van Missionarissen van Afrika is een Gemeenschap van apostolisch leven binnen de Rooms-Katholieke Kerk.
Sociëteit van Missionarissen van Afrika M.Afr. | ||||
---|---|---|---|---|
Societas Missionariorum Africae | ||||
Basisgegevens | ||||
Generaal-overste | Stanley Lubungo | |||
Gesticht | 1868 | |||
Stichter | Charles Lavigerie | |||
|
De Sociëteit werd in 1868 door Charles kardinaal Lavigerie (1825–1892), aartsbisschop van Algiers in Algerije gesticht. Een jaar later, in 1869, stichtte hij ook de congregatie van de Zusters Missionarissen van Onze Lieve Vrouw van Afrika (Witte Zusters).
De naam "Witte Paters" komt van de witte, Arabische klederdracht die de missionarissen dragen, samen met een rozenkrans rond de hals. Lavigerie stond er op dat Witte Paters zich de taal en de gewoontes van de Afrikanen zouden eigen maken en respect zouden tonen voor hun cultuur en geloofsovertuiging. Zijn voornaamste instructies om de geloofsverkondiging bij de Afrikaanse bevolking succesvol te kunnen aanpakken waren "U spreekt hun taal – u eet zoals zij – u kleedt u zoals zij". De paters droegen derhalve de kandora (een oosters gewaad met lange mouwen), de burnous (een cape) en de chéchia (de Noord-Afrikaanse versie van de fez). Op de kandora (djellaba) droegen de witte paters een rozenkrans als religieus onderscheidingsteken.
De congregatie speelt nog steeds een grote rol in het aartsbisdom Algiers en diens suffragane bisdommen, en ook in het bisdom Laghouat dat rechtstreeks onder de Heilige Stoel ressorteert. De Missionarissen van Afrika moeten niet verward worden met de Sociëteit voor Afrikaanse Missiën, een in 1856 te Lyon gestichte missiecongregatie.