Bosgeuzen
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Bosgeuzen[1] of bosvrienden[2] (in het Frans bosquets en bosquillons, ook feuillants of blitres[2]) waren in het binnenland actieve geuzen die zich aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog in verzetsgroepen verenigden. Het ging in hoofdzaak om calvinisten die in 1566 beelden braken en daarna, aangestuurd door de Engelse vluchtelingenkerken, de repressie door landvoogd Alva bevochten. Naast de politiek-religieuze opstandigheid was er een belangrijke component banditisme. Vanuit het Vlaamse Westkwartier en het Doornikse verspreidden de bosgeuzen zich naar Brabant, Holland en Zeeland.