Filips van Wassenaer
stamvader van het huis Wassenaer / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Filips van Wassenaer of 'Philippus de Wasnare' (vermeld 1200-1223) wordt voor het eerst genoemd in een oorkonde die medebezegeld en bezworen is door Philippus de Wasnare als homines comitis of in Middelnederlands Philips van Wassenaer als des graven lude. De oorkonde waarin graaf Dirk VII van Holland van hertog Hendrik I van Brabant het gebied rond Dordrecht in leen ontvangt is opgemaakt op 3 november 1200 in Leuven.[1][2]
De eigenlijke afkomst van Filips is onbekend. Het feit dat hij medezegelaar is geeft aan dat hij behoorde tot de potentes die hun macht en aanzien ontleenden aan rijkdom, vrienden en magen. Dat hij als een van de laatsten zegelde geeft aan dat hij minder belangrijk was dan de 'heren' die als eersten genoemd worden. In die tijd zegelde men in volgorde van aanzien.
Hij is de stamvader van het huis Wassenaer dat in vele zijtakken uitgegroeid is.
In 1204 vocht hij in de Loonse Oorlog aan de zijde van Willem van Friesland, de latere graaf Willem I van Holland. Samen met Jan van Rijswijk voerde hij de troepen aan die zich na het overlijden van Dirk VII in november 1203, rond Willem verzamelden.