Klavarskribo
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Klavarskribo (Esperanto voor klavierschrift), ook Klavar, is een notenschrift voor muziek dat rond 1931[1] ontworpen is door de Nederlander Cornelis Pot, mede op basis van ervaringen elders met beter aan de ontwikkeling van westerse muziek aangepaste systemen.[2]
De belangrijkste verschillen met de traditionele muzieknotatie zijn:
- op de notenbalk zijn per octaaf 12 verschillende posities beschikbaar om de te spelen toon aan te geven, overeenkomend met de 12 toetsen per octaaf van een klavier; er zijn dus geen kruisen of mollen nodig;
- maten en tellen binnen een maat worden weergegeven met een regelmatig raster van horizontale lijnen, zodat verschillende vormen van noten en rusttekens niet nodig zijn
Het lijnenpatroon van Klavar komt overeen met het bekende patroon van witte en zwarte toetsen van een (piano)klavier. De verticale stand van de balk zorgt er voor dat akkoorden horizontaal worden weergegeven. Door het herkenbare lijnenpatroon en de horizontale akkoordenweergave is Klavarskribo gemakkelijk aan te leren voor met name bespelers van klavierinstrumenten. De Klavarnotatie is niet alleen te gebruiken voor klavierinstrumenten, maar evenals de traditionele notatie ook voor blaas- en strijkinstrumenten en voor zang.