Rekeningrijden
concepten gericht op het belasten van het gebruik van de auto / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Rekeningrijden, slimme kilometerheffing, kilometerprijs en wegbeprijzing (Engels: road pricing) zijn concepten gericht op het doorrekenen van congestiekosten (het vertragen van anderen door zelf aanwezig te zijn op de weg) aan de gebruiker. Deze belasting wordt gebruikt als een middel om het verkeer te verminderen in de piekuren en de bijbehorende files te verminderen. Ook andere sociale en milieugebonden negatieve externaliteiten die veroorzaakt worden door wegvervoer, zoals luchtvervuiling, uitstoot van broeikasgassen, lawaai en verkeersongevallen worden met deze belasting verminderd.[1] In de verkeerskunde is het feit dat de individuele weggebruiker enkel het eigen nadeel van het overbelasten van het netwerk ervaart, een van de belangrijkste oorzaken van de suboptimale belasting van het wegennet. Rekeningrijden probeert via een variabele heffing de maatschappelijke kosten door te rekenen naar de gebruiker zodat deze in zijn keuzes niet enkel rekening houdt met persoonlijke motieven.
Er werden al testprojecten uitgevoerd. Sterk vereenvoudigde versies zoals de congestietaks in Londen of Stockholm bewijzen het potentieel. In België is in 2016 een kilometerheffing ingevoerd voor alle voertuigen boven 3,5 ton op voornamelijk autosnelwegen en expreswegen, wat gecontroleerd wordt met een OBU (on board unit). In 2022 kondigde de Nederlandse regering opnieuw aan een stelsel te willen invoeren per 2030.[2]
Onder deskundigen is de consensus dat de opbrengst van rekeningrijden moet geïnvesteerd worden in het voorzien van alternatieven voor verplaatsingen langs de routes met de hoogste congestie. Het doel is te evolueren naar een stabiele situatie waarin de opbrengst van rekeningrijden ongeveer de operationele investeringen aan het wegennet dekt en de alternatieven zover zijn uitgebouwd dat er geen belangrijke congestie meer optreedt.