Ad-hoc-hypothese
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Een ad-hoc-hypothese is in de wetenschap en de filosofie een hypothese zonder onafhankelijke onderbouwing die wordt gebruikt om te voorkomen dat een theorie wordt gefalsifieerd.[2] Een ad-hoc-hypothese wordt aangevoerd om een anomalie in het theoretische model te verklaren en zo de geldigheid van het model als geheel te kunnen redden. Hoewel het niet per se om een drogreden gaat, wordt een opeenhoping van ad-hoc-hypothesen gezien als een zwaktebod, omdat de theorie dan haar voorspellingskracht kwijtraakt.