Arnt ten Boecop
de kleinzoon van stamvader Bertram to Boechove of to Boechops (± 1275 - tussen 1357 en 1359) van het geslacht ten Boecop dat zijn oorsprong vond in het scholtambt van Epe in de Emstermark / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Arnt ten Boecop ook Arnt van Boicope of Arent Thoe Boecop (± 1335-1397) komt sinds 1381 voor als raad van de hertog van Gelre.[1] Vanaf 1385 was hij ambtman en richter van de Veluwe. Vanaf 1393 komt hij voor als leengetuige en als reddituarius (rentmeester) van de hertog.[2] In 1395 vestte hij Elburg en was hij overste-rentmeester. Hij stamt uit een ministerialengeslacht dat via dienstmanschap opklom tot een schildbaar of schildboortig niveau.[3]