Autotelefoon
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De autotelefoon was een mobiel telefoonsysteem voor in de auto of boot. Het was in Nederland de opvolger van het landelijke mobilofoonnet en is later opgevolgd door Greenpoint en vervolgens de gsm-telefoon met carkit.
De eerste autotelefoon die kon bellen met het reguliere vastelijnnetwerk werd in 1946 in de Verenigde Staten geïntroduceerd. Rond 1964 waren er 1,5 miljoen autotelefoons in de VS.[1] Tot in het begin van de jaren 90 waren de toestellen zo groot dat de zendontvangers achter in de auto werden gemonteerd. Een bedieningskastje en later uitsluitend de hoorn met daarin een display en bedieningsknoppen bevond zich binnen handbereik van de bestuurder of passagier. Latere modellen (te beginnen met de Carvox 2453 die op 1 mei 1986 in Nederland op de markt kwam) waren draagbaar en hadden een eigen accupakket. Deze modellen konden aan een riem over de schouder worden gedragen. Ze kunnen gezien worden als mobiele telefoons, maar waren eigenlijk alleen als autotelefoon praktisch in gebruik. In 1990 verschenen de eerste handzame mobiele telefoons in Nederland.[2]