Belasting in België
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
In België vormen de belastingen de voornaamste inkomstenbron van de overheid. Andere inkomsten zijn erg beperkt. Alle Belgische (deel)regeringen hebben hun eigen minister van Financiën. Het federale ministerie van Financiën heeft de uitvoering van de belastingdienst toegewezen aan de Federale Overheidsdienst Financiën. Deze int ook belastingen voor andere overheden.
De federale staat deelt een aantal bevoegdheden met de gewesten en gemeenschappen. De drie gewesten, Vlaanderen, Wallonië en Brussel heffen hun eigen belastingen. De Vlaamse, Franse en Duitstalige gemeenschappen heffen geen eigen belastingen maar ontvangen wel toegewezen belastingen, dat zijn belastingen die door de federale staat geheven worden, maar dan toegewezen worden aan de gemeenschappen. Het kijk- en luistergeld is daar een voorbeeld van. Tevens bestaan er provinciale en gemeentelijke belastingen.
De belastingdruk in België in 2007 was 44,0% van het bruto binnenlands product.[1] In 2019 was dit iets gezakt tot 42,9%, maar dit was nog altijd het op twee na hoogste percentage onder de OESO-landen.[2] Er zijn evenwel een groot aantal vrijgestelde inkomsten.