Bordeauxse pap
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Bordeauxse pap werd door Millardet[1] ontdekt in 1885. Bordeauxse pap wordt toegepast als fungicide. Het mengsel wordt bereid door het neutraliseren van 2 delen koper(II)sulfaat-met 1 deel gebluste kalk in 100 delen water. De toepassingen van het mengsel in de landbouwsector zijn in de jaren 80 van de 19e eeuw ontdekt door de chemicus Ulysse Gayon en de botanicus Pierre-Marie-Alexis Millardet. Daarnaast werd het mengsel ook gebruikt om fosforbranden te blussen. Het vaste mengsel (waar dan toch nog wel wat water in zit) bevat ongeveer 20 massa% koper.
De Bordeauxse pap werd oorspronkelijk ingezet door wijnboeren die hun druiven met blauwe vitriool behandelden om de druiven minder aantrekkelijk te maken voor dieven. De bescherming die de wijnstok vervolgens tegen meeldauw kreeg is een blijvende toepassing van de stof. De stof bleek vervolgens ook werkzaam te zijn tegen andere schimmelinfecties (roest) en tegen een aantal bacteriƫle infecties van de wijnstok.
Bordeauxse pap wordt ook op fruitbomen toegepast (abrikoos, appel, perzik, pruim) voordat de bomen bloeien of na de vruchtzetting. Daarnaast is ook het gebruik bij aardappel, tomaat, wijnstok en aardbeien beschreven.
Afhankelijk van het klimaat wordt ongeveer eens in de 15 dagen een bespuiting uitgevoerd. De behandeling is alleen preventief.