Camp David-akkoorden
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De Camp David-akkoorden werden op 17 september 1978 getekend door president Anwar Sadat van Egypte en premier Menachem Begin van Israël. Ze omvatten een raamwerk voor vrede in het Midden-Oosten. De akkoorden zijn genoemd naar de plaats waar ze gesloten zijn: Camp David, het buitenverblijf van de Amerikaanse presidenten.
De Camp David-akkoorden bestaan uit twee delen:
- Het "Framework for the Conclusion of a Peace Treaty between Egypt and Israel", dat gaat over een vredesverdrag tussen Egypt en Israel[1]
- Het "The Framework for Peace in the Middle East", dat gaat over een breder vredesverdrag tussen de Arabische landen en Israel op basis van Resolutie 242 en Resolutie 338 van de VN-Veiligheidsraad, inclusief volledige autonomie voor de Palestijnen op de Westoever en in Gaza.[2]
Anwar Sadat schreef geschiedenis toen hij in november 1977 de Knesset (het Israëlische parlement) toesprak, om deze tot vrede te bewegen. Op 17 september 1978 tekenden Israël en Egypte in het bijzijn van de Amerikaanse president Jimmy Carter de 'Camp David-akkoorden'. De vertegenwoordiger van Egypte was president Sadat, die van Israël Likoed-premier Begin.
Met deze vredesovereenkomst erkende Egypte het bestaansrecht van Israël en werd de Sinaï, die Israël sinds 1967 bezet hield, aan Egypte teruggegeven. Het akkoord werd Sadat door andere Arabische landen niet in dank afgenomen; Egypte werd door de Arabische Liga tijdelijk geschorst. Sadat moest het met zijn leven bekopen: in 1981 werd hij in Caïro doodgeschoten.