Compagnie du Nord – Belge
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De Compagnie du Nord – Belge was het Belgische administratieve filiaal van de grote Franse spoorwegmaatschappij Compagnie des chemins de fer du Nord, die vanaf 1854 diverse Belgische spoorlijnen in Wallonië exploiteerde. De aandeelhouder van de Franse Maatschappij was de familie Rothschild.
In die tijd was de industriële revolutie zowel in Noord Frankrijk als in Wallonië aan de gang en er was een grote behoefte om goede spoorverbindingen aan weerszijden van de grens. Met het gebruik van haar Belgische spoorlijnen waren de industriële centra van Bergen (Borinage), Charleroi en Luik goed bereikbaar vanuit Frankrijk.
De maatschappij exploiteerde de volgende spoorlijnen:[1]
- Aulnoye - Bergen: Spoorlijn 96
- Jeumont - Charleroi: Spoorlijn 130A
- Givet - Dinant - Namen: Spoorlijn 154
- Namen - Luik: Spoorlijn 125 (In Luik was het eigen eindstation Longdoz)
Daarnaast had maatschappij ook het recht om tegen vergoeding treinen te laten rijden op het traject Charleroi - Namen (Spoorlijn 130). Hierdoor kon de maatschappij treinen laten rijden tussen Jeumont en Luik.[2]
Naast de exploitatie van haar spoorlijnen had de maatschappij nog belangen in het tram- en streekvervoer. Zo trad ze als pachter op de buurtspoorweglijnen in de omgeving van Andenne en had ze belangen in de stadstram van Namen. De belangen werden gebundeld in de dochtermaatschappij societé MOSANE.[3]
De maatschappij had een herkenbare stijl van stations en eigen materieel. De locomotieven waren herkenbaar aan het opschrift Nord Belge en de nummers waren van messing of wit geschilderd.[2]